Vlinders

Vlinders betekenen voor mij best veel en daarom leek het mij leuk om er wat over te vertellen!

Er zijn ongeveer 160.000 beschreven soorten vlinders. Ze komen voor in woestijnen maar ook in koude gebieden, over bijna de hele wereld zitten vlinders! Vlinders hebben hele opvallende kleuren en bijten of steken niet, ze zijn erg geliefd onder de mensen. In sommige culturen spelen vlinders een grote rol.

De larven van vlinders worden rupsen genoemd. Op een gegeven moment wikkelt een rups zich in in heel veel draden, dit word een pop genoemd. Rupsen kunnen acht dagen in een pop zitten, maar soms ook wel vier jaar! Als een rups zich eenmaal ontpopt is het getransformeerd naar een vlinder.

Vlinders behoren tot de stam geleedpotigen, de onderstam zes potige en de klasse insecten. Vlinders verschillen qua lichaamsbouw niet, alle vlinders bestaan uit een kop, borststuk en vleugels. De vleugels van vlinders verschillen wel heel erg. Niet alleen qua grootte, maar ook qua kleurdiversiteit en patronen. Het lichaam van vlinders kan wel verschillen qua grootte.

De oudste bekendste vlinders waren kleine, mot-achtige diertjes. De aller oudste soort is zo’n 185 miljoen jaar oud. Omdat een vlinder maar een klein en teer lichaampje heeft zijn er amper fossielen gevonden. De fossielen die gevonden zijn, zijn uiterst zeldzaam. De meest bewaard gebleven fossielen komen uit barnsteen, een versteend hars afkomstig van bomen.

De vleugels van vlinders zijn erg bijzonder. Waarschijnlijk denk je dat het een soort gekleurd vlies is, maar dat is het niet. De vleugels zijn opgebouwd uit allemaal hele kleine schubben. Zoals te zien valt op de foto. De schubben kan je met het blote oog niet zien, als je een vleugel aanraakt blijft er een poeder-achtige substantie op je vinger liggen. Als er op een deel van de vleugels geen schubben zitten, lijken de schubben doorzichtig. Veel vlinders zijn vernoemd naar hun vleugel kleur. Zo heten blauwtjes blauwtjes omdat ze blauwe vleugels hebben. Mannelijke vlinders hebben een speciale stof op hun vleugels zitten waarmee ze vrouwtjes lokken. Ook vrouwtjes hebben van die geurtjes, alleen liggen die bij het achterlijf.

De meeste vlinders hebben een onopvallende kleur om zich te camoufleren. Andere soorten hebben een hele felle kleur. Ook hebben heel veel vlinders het allebei, dagvlinders hebben vaak op de bovenkant van hun vleugels hele felle kleuren en op de onder kant camouflerende kleuren. Als een vlinder dan ergens zit en zijn vleugels inklapt vallen ze minder op.

Vlinders symboliseren het leven.